NL

 BODEMPERSLUCHT MOLLEN

Werkwijze : 

Aan weerskanten van de te onderboren plaats, wordt er een startput en aankomstput gegraven.  De mol wordt waterpas op een instelbare lanceerplatform in de startput geplaatst, zodat het center van het te boren gat op minimum 10X de diameter van de mol als inzet-diepte bedraagt. In de aankomstput wordt er aan het gewenste uittrede punt een jalon geplaatst. Met een vizier op de mol wordt dan de goede richting bepaald en ingesteld, door de jalon in beeld te brengen. De lanceerplatform moet nu goed verankerd zijn. De mol wordt dan doormiddel van een volledig ontrolde aansluitslang met inliner, verbonden met de commandobox die in handbereik van de operator wordt opgesteld. De box is uitgerust met een olietank die speciale biologisch afbreekbare olie bevat, ter smering van de mol. Een zichtglas laat toe om de aanwezigheid van de olie te controleren, en een regelventiel om het debiet in te stellen.  De box wordt dan met een normale luchtslang met de compressor verbonden. De compressor wordt gestart en de luchtkraan geopend. De operator opent voorzichtig de luchtventiel op de commandobox en de mol gaat vooruit of achteruit naargelang de instelbare richtingaanwijzer. Verschillende aangeboden toebehoren laten toe om productbuizen te takelen, tunnel expanders te gebruiken, stalen buizen te rammen, enz…

FR

FUSÉE DE FORAGE PNEUMATIQUE

Instruction :

Aux deux extrémités de l’endroit à forer on creuse 2 puits de forage. La fusée est positionnée sur une plateforme de lancement dans le puit de départ. Le réglage de la plateforme permet d’ajuster la direction et l’angle d’attaque du forage. Il est très important que la profondeur du forage ne soit pas inférieure à 10X le diamètre de l’outil de forage pour éviter toute déformation à la superstructure. Un jalon est placé au point de sortie désiré, dans le puit d’arrivage. Par un viseur optique positionné sur la fusée en guise de mire, on ajuste la direction par rapport au jalon. L’ancrage de la plateforme est très important au lancement du forage. Le flexible de commande est complètement déroulé, et connecté d’une part à la fusée et d’autre part au boîtier de commande qui est disposé à portée de main de l’opérateur. Le boîtier contient un réservoir d’huile biodégradable pour la lubrification de la fusée. Un témoin visuel permet de contrôler la présence d’huile et un régulateur en ajuste le débit. Le boîtier est alors accouplé par un flexible normal au compresseur.  La vanne d’air du compresseur est alors ouverte. L’opérateur ouvre précautionneusement l’arrivée d’air du boîtier, et la fusée avance ou recule en terre selon la position du sélecteur de direction. Plusieurs accessoires pour la fusée permettent à celle-ci de tracter des tuyaux, élargir le trou foré ou de foncé des tuyaux en acier…